Zwemveiligheid
Wanneer ben je zwemveilig?
Zwemveilig zijn, betekent dat je ‘in en om het water kunt overleven en op een veilige manier kunt bewegen en recreëren in de Nederlandse watercultuur’. Zwemveiligheid wordt bepaald door jouw vaardigheden in het water, door wat je aan het doen bent en door de omstandigheden.
Je bent zwemveilig als:
- Je de zwemvaardigheden beheerst.
- Je fysiek en mentaal in staat bent om jezelf te redden in het water.
- Je vertrouwen hebt in jezelf.
- Je het leuk vindt om te zwemmen en je je prettig en vertrouwd voelt in het water.
De omstandigheden bepalen ook of je zwemveilig bent:
- De dynamiek van de omgeving.
- Je hebt in de gaten waar mogelijke gevaren in de omgeving zijn en weet hoe je moet handelen.
Kan ik wel goed zwemmen?!
Je trekt regelmatig baantjes in het zwembad. Je denkt dat je goed kunt zwemmen en wilt tijdens jouw vakantie de plaatselijke recreatieplas oversteken. Je denkt dat dat moet lukken met jouw conditie. Halverwege de recreatieplas blijkt het toch verder zwemmen dan je dacht. Het water in het midden van de recreatieplas is enorm koud. Je spieren verstijven. Je kon toch goed zwemmen?
In dit geval blijk je zwemveilig te zijn in het zwembad, maar niet in een recreatieplas. In het zwembad heb je te maken met een gecontroleerde omgeving, aangename watertemperatuur en een overzichtelijke afstand naar de kant. Jouw vaardigheden zijn voldoende in een zwembad, maar niet voldoende in een recreatieplas. Dit voorbeeld geeft aan dat er verschillende niveaus van zwemvaardigheid zijn.
Nationale Norm Zwemveiligheid
De Nationale Raad Zwemveiligheid heeft ieder niveau van zwemvaardigheid gekoppeld aan een diploma van het Zwem-ABC. Je voldoet pas aan de Nationale Norm Zwemveiligheid als je het volledige Zwem-ABC op zak hebt. De Zwemdiploma’s A en B zijn tussenstappen naar het complete Zwem-ABC. Deze niveaus sluiten aan op de Nederlandse infrastructuur van zwemwater waar volwassenen en kinderen zwemmen:
- Zwemdiploma A: je beheerst vaardigheden voor een zwembad zonder attracties.
- Zwemdiploma B: je beheerst vaardigheden voor een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan, een golfslagbassin en een stroomversnelling.
- Zwemdiploma C: je beheerst vaardigheden voor een zwembad met attracties en in open water zonder stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en bredere sloten/vaarten (behalve in de zee). Met dit diploma voldoe je aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.